20.08.2018 | Maarten Korthuis - 0 reactie(s)
Het kabinet heeft het concept Wetsvoorstel Arbeidsmarkt in Balans, kortweg “WAB” gepresenteerd. Het streven is het wetsvoorstel (mogelijk met aanpassingen) per 1 januari 2020 in werking te laten treden. De WWZ zal deels worden versoepeld. In deze blog zal op vier voor de praktijk belangrijke voorgenomen versoepelingen worden ingegaan.
Uitbreiding proeftijd
Er zullen drie soorten proeftijd gaan bestaan bij een eerste arbeidsovereenkomst. Bij een arbeidscontract voor bepaalde tijd voor langer dan 6 maanden en korter dan twee jaar, zal net als nu een proeftijd van maximaal één maand kunnen worden overeengekomen. Bij een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van twee jaar of langer zal een proeftijd van ten hoogste drie maanden overeengekomen kunnen worden. Bij een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zal een proeftijd van maximaal vijf maanden overeengekomen kunnen worden.
Wanneer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd in de proeftijd wordt opgezegd kan een werkgever geen rechten ontlenen aan een concurrentiebeding, tenzij er sprake is van zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen en de werkgever dit schriftelijk of elektronisch en gemotiveerd aan de werknemer mededeelt.
Bij een opvolgende arbeidsovereenkomst tussen werkgever en een werknemer waarbij de arbeidsovereenkomst duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden van de werknemer eist, kan de proeftijd maximaal twee maanden bedragen. Wat duidelijk andere vaardigheden of verantwoordelijkheden zijn, zal de toekomst uitwijzen.
Als de ene werkgever ten aanzien van de te verrichten arbeid redelijkerwijs gezien moet worden een opvolger te zijn van de vorige, dan kan geen rechtsgeldige proeftijd worden overeengekomen. Dat speelt bijvoorbeeld wanneer na een uitzendovereenkomst de uitzendkracht in dienst treedt van een werkgever.
Voor arbeidsovereenkomsten gesloten vóór de datum van inwerkingtreding van de WAB blijft de huidige regeling over proeftijden gelden.
Aanpassing ketenregeling
Net als voor de WWZ wordt het weer mogelijk binnen drie jaar (i.p.v. twee jaar zoals nu) drie opvolgende arbeidscontracten voor bepaalde tijd aan te gaan die van rechtswege eindigen. Wanneer een ‘arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd’ is opgezegd in de proeftijd en wordt opgevolgd door een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, eindigt die arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege. Daarbij geldt de voorwaarde dat de totale duur van drie jaar niet wordt overschreden en er niet sprake is van meer dan drie schakels.
De ketenregeling zal niet gelden in geval van arbeidsovereenkomsten voor invalkrachten in het primaire onderwijs, die gesloten zijn in verband met ziekte of vervanging van een werknemer die een onderwijsgevende functie, dan wel sommige onderwijsondersteunende functies vervult.
Beoogd is dat de nieuwe ketenregeling geldt voor alle arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die op of na de datum van inwerkingtreding eindigen.
Combinatie ontslaggrond
Een combinatie ontslaggrond wordt ingevoerd om een arbeidsovereenkomst toch te kunnen laten ontbinden als er geen sprake is van een volledige ontslaggrond. De combinatiegrond geldt niet voor combinaties met ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden en evenmin bij ontslag na twee jaar ziekte. Er dient sprake te zijn van een combinatie van omstandigheden uit ten minste twee ontslaggronden. Daarnaast dient van de werkgever in redelijkheid niet gevergd te kunnen worden dat hij de arbeidsovereenkomst laat voortduren. De herplaatsingsverplichting blijft in principe gelden, tenzij herplaatsing niet in de rede ligt.
Wanneer sprake is van ontbinding op basis van de combinatiegrond, kan de kantonrechter naast de transitievergoeding een vergoeding toekennen van maximaal de helft van de transitievergoeding.
Transitievergoeding
Anders dan nu zal, ongeacht de duur van de arbeidsovereenkomst, in principe bij beëindiging van alle arbeidsovereenkomsten de wettelijke transitievergoeding verschuldigd zijn. Deze bedraagt een derde maandsalaris per dienstjaar en wordt naar evenredigheid over de duur van het dienstverband opgebouwd. Ook voor dienstjaren nadat de arbeidsovereenkomst 10 jaar geduurd heeft geldt genoemde opbouw. Nu is dat nog een half maandsalaris per dienstjaar. De tegemoetkoming voor werknemers die 50 jaar of ouder zijn en tien jaar in dienst zijn geweest, komt te vervallen.
Er wordt een compensatieregeling ingevoerd voor werkgevers (eenmanszaken) die tot bedrijfssluiting overgaan wegens pensionering of arbeidsongeschiktheid. De transitievergoeding kan onder nog uit te werken voorwaarden teruggevorderd worden bij het UWV. Ook wordt een compensatieregeling ingevoerd voor de verschuldigde transitievergoeding bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst na twee jaar ziekte.
Tot slot
Het wordt interessant of het concept wetsvoorstel ongewijzigd ingevoerd zal worden. Duidelijk is in ieder geval dat geluisterd is naar de noodkreet van werkend Nederland de WWZ aan te passen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met één van de arbeidsrecht advocaten van BAX.
Lees verder