Tussen wal en schip in het verzekeringsrecht
04.04.2017 | Annemieke Wiltink
De zorgplicht van adviseurs blijft in ontwikkeling. Zo ook die van de assurantietussenpersoon. Hoewel de rechtspraak rondom het oversluiten van aansprakelijkheidsverzekeringen beperkt is, speelt dit onderwerp in de praktijk regelmatig. Oorzaak daarvoor is dat in Nederland veel aansprakelijkheidsverzekeringen een zogeheten “claims made systeem” kennen. Dit houdt in dat een aansprakelijkheidsverzekering alleen dekking biedt voor aanspraken die tijdens de looptijd van de verzekering bij de verzekerde zijn ingesteld of voor omstandigheden die tijdens de looptijd worden ontdekt én binnen de looptijd bij die verzekeraar zijn gemeld. Dit kan problemen geven bij de overstap naar een andere verzekering, omdat een nieuwe verzekering in de regel geen dekking biedt voor reeds bekende aanspraken en omstandigheden. Indien een verzekerde een bekende aanspraak of omstandigheid niet tijdig meldt bij zijn oude verzekeraar, kan een verzekerde dus tussen wal en schip belanden. Een klant (verzekerde) spreekt daarvoor in de praktijk niet zelden zijn assurantietussenpersoon aan. Maar is dat terecht?
In de praktijk
Een dergelijke situatie speelde bij het Gerechtshof te Amsterdam op 28 juni 2016 (ECLI: NL: GHAMS: 2016:2492). In deze zaak was de klant een bedrijf dat handelde in deursystemen. Zij was in 2006 aansprakelijk gesteld voor een ongeval met een van haar deursystemen. De aansprakelijkheidsverzekering liep af in juni 2007. De assurantietussenpersoon meldde het ongeval pas in juli 2007 bij zowel de oude verzekeraar, als de nieuwe verzekeraar. De oude verzekeraar kon de aanspraak weigeren, omdat deze pas na het eindigen van de verzekering werd gemeld, terwijl de nieuwe verzekeraar dekking kon weigeren, omdat het voorval niet onder de inloopdekking viel. De klant sprak daarom zijn (nieuwe) assurantietussenpersoon aan, met het verwijt dat deze reeds vóór het aflopen van de oude verzekering had moeten wijzen op het belang van het tijdig melden van reeds bekende schadegevallen. Relevant daarbij was dat op het polisblad van de oude verzekering duidelijk vermeld stond wanneer de verzekering zou aflopen én dat er geen dekking zou bestaan voor aanspraken of omstandigheden die na het aflopen van de verzekering nog gemeld zouden worden. (Mede) vanwege dit feit, kreeg de klant in eerste instantie nul op het rekest. De klant werd dus verondersteld op de hoogte te zijn van deze bepalingen. In hoger beroep had de klant wel succes.
Het Hof overwoog onder andere:
“Een claims made – verzekering brengt voor de verzekeringnemer het risico mee dat tijdens de looptijd van de verzekering opgekomen schades niet onder de dekking van de verzekering vallen, omdat zij niet voor het einde van de looptijd van de verzekering zijn gemeld. Aldus dreigt voor de verzekeringnemer zoals [de klant], van wie het einde van de looptijd van een claims made verzekering nadert en die een opvolgende AVB-verzekering wenst, een dekkingshiaat. De [assurantietussenpersoon] wordt als professionele assurantietussenpersoon geacht met dit risico bekend te zijn.”
Omdat de assurantietussenpersoon tot taak had de verzekeringsportefeuille te beheren en voor de aflopende verzekering een nieuwe verzekering tot stand te brengen, oordeelde het Hof dat de assurantietussenpersoon erop had moeten toezien dat bij de oude verzekeraar alle meldingen tijdig zouden worden gedaan om zodoende het later ontbreken van dekking te voorkomen. Nu de assurantietussenpersoon dit had verzuimd, ging het betoog van de assurantietussenpersoon dat het primair aan de klant was om het ongeval tijdig te melden, niet op. De assurantietussenpersoon, was aansprakelijk voor de geleden schade.
Alert en onderzoekend handelen
Een assurantietussenpersoon dient bij een overstap van een aansprakelijkheidsverzekering dus alert en onderzoekend te handelen. Hierbij speelt uiteraard een rol dat het gaat om een potentieel groot gevaar (namelijk het in het geheel ontbreken van dekking) dat ook beroepshalve bekend is (althans moet zijn) bij assurantietussenpersonen. Het oordeel van het Hof Amsterdam lijkt echter vooral te zijn ingegeven door het risico dat een klant zich onvoldoende bewust is van de vergaande consequenties bij het niet tijdig melden van een aanspraak of een omstandigheid aan de verzekeraar. Dat risico lijkt volgens het Hof zelfs te kunnen bestaan, indien de bewoordingen van een polisblad of de polisvoorwaarden op het eerste oog vrij duidelijk zijn.
Wij helpen u graag!
Bent u tussenpersoon, hebt u als verzekerde te maken met een afwijzing van een claim door uw verzekeraar of wilt u meer informatie? Onderzoek welke mogelijkheden u hebt en neem contact met ons op!