Blog 25 april 2025
Een artikel door:
Puck Langenhof
advocaat

Sociale huur is geen verdienmodel: Huurder met meerdere koopwoningen moet huurwoning verlaten

De druk op de woningmarkt is torenhoog

In Amsterdam duurt het gemiddeld 13 jaar voordat een woningzoekende een sociale huurwoning toegewezen krijgt. In Doetinchem is de gemiddelde wachttijd 2 jaar. Tegelijkertijd blijkt uit onderzoek dat er ruim 1.000 huurders zijn die een sociale huurwoning bewonen én daarnaast eigenaar zijn van één of meer koopwoningen. Dat wringt. De Rechtbank Amsterdam heeft zich daar op 27 maart 2025 over uitgesproken.

De casus in een notendop

De huurder woont sinds 2014 in een sociale huurwoning. In 2016 en 2021 heeft de huurder twee woningen gekocht, die hij verhuurt voor een prijs tussen de € 1.200 - € 2.500 per maand. In 2024 koopt de huurder nog een woning, die hij datzelfde jaar met winst verkoopt.

Ondertussen blijft de huurder in de sociale huurwoning wonen. De woningcorporatie stapt naar de rechter en vordert beëindiging van de huurovereenkomst wegens dringend eigen gebruik.

 Wat zegt de rechter?

  • Eigen gebruik

De woningcorporatie is - op grond van de Woningwet en haar statutaire doelstellingen - verplicht om woningen te verhuren aan personen die niet in hun eigen huisvestigingsbehoefte kunnen voorzien. Vaststaat dat huurder niet langer tot deze doelgroep behoort, aangezien hij inmiddels over twee koopwoningen beschikt en deze verhuurt. De rechtbank oordeelt dat sprake is van een beroep op eigen gebruik van de woningcorporatie. 

  • Dringend eigen gebruik / belangenafweging

De huurder stelt dat zijn koopwoningen verhuurd zijn en dat als hij zijn huurwoning uit moet en in een van zijn koopwoningen moet wonen, zijn huurders op straat komen te staan. De woningcorporatie verhuurt aan mensen die geen duur huurhuis of koophuis kunnen veroorloven en verhuurt daarom voor relatief lage prijzen. De huurders van de huurder betalen een huurprijs in het midden of hoge segment en vallen daarmee vermoedelijk niet binnen de doelgroep van de woningcorporatie. Bovendien heeft huurder geen huurovereenkomst of bewijzen van huurbetaling overgelegd, hetgeen voor risico van de huurder komt.

  • Andere passende woonruimte

De rechter oordeelt dat in onderhavig geval het belang van de woningcorporatie zwaarder weegt dan het belang van huurder om zijn relatief goedkope huurwoning te behouden. De huurder heeft twee alternatieve woningen. Huurbescherming heeft niet tot doel diegenen te beschermen die geen of minder bescherming behoeven, zoals vastgoedbezitters met huurinkomsten.

Conclusie: De kantonrechter beëindigt de huurovereenkomst op grond van dringend eigen gebruik.

Wat betekent dit voor woningcorporaties?

Deze uitspraak biedt een belangrijke opening voor woningcorporaties. Als blijkt dat een huurder een sociale huurwoning huurt, terwijl hij over één of meerdere koopwoningen beschikt, dan kan beëindiging van de huurovereenkomst op grond van dringend eigen gebruik gerechtvaardigd zijn.

Herken je dit soort gevallen? Neem dan gerust contact met ons op.

 

Michiel Deppenbroek (zwart wit)
Neem contact op met onze experts