Van zwart naar wit!
29.06.2016 | Jeroen Aalberts
De Belastingdienst kan weinig begrip opbrengen voor belastingplichtigen die zwart geld aanhouden in het buitenland. Zeker wanneer het gaat om buitenlandse bankrekeningen die worden aangehouden met het doel om de Belastingdienst het zicht te ontnemen op (het ontstaan van) deze rekeningen en de inkomsten hierop. Belastingplichtigen riskeren hiermee dan ook forse boetes.
Informatie inwinnen
Wat als de Belastingdienst slechts een vermoeden heeft dat de belastingplichtige beschikt over buitenlandse bankrekeningen? Dan mag daarnaar worden gevraagd, mits de Belastingdienst voldoende aanknopingspunten heeft om te veronderstellen dat deze rekeningen daadwerkelijk bestaan. De Belastingdienst heeft weliswaar een ruime bevoegdheid om informatie in te winnen, maar deze is niet onbegrensd. Een “fishing expedition” waarbij de Belastingdienst vragen stelt onder het mom van ‘niet geschoten is altijd mis’, is niet toegestaan.
Omkering bewijslast
Als de Belastingdienst van mening is dat een belastingplichtige onvoldoende meewerkt aan de beantwoording van vragen die betrekking hebben op (vermeende) buitenlandse banktegoeden, zal de Belastingdienst een zogenoemde informatiebeschikking afgeven. Hierdoor wordt de belastingplichtige in een lastige bewijspositie gebracht (omkering bewijslast). Deze heeft dan in beginsel geen andere keus dan de informatiebeschikking aan te vechten. In de procedure die dan volgt, zal de Belastingdienst duidelijk moeten maken dat géén sprake is van fishing expedition. De belastingplichtige zal de rechter ervan moeten zien te overtuigen dat hij geen informatie heeft achtergehouden.
De inkeerregeling
We zien dat het bankgeheim steeds verder afbrokkelt. In toenemende mate vindt gegevensuitwisseling met het buitenland plaats. Veel belastingplichtigen met verzwegen buitenlandse bankrekeningen kiezen dan ook eieren voor hun geld door gebruik te maken van de inkeerregeling. Deze biedt de mogelijkheid om alsnog aangifte te doen of eerder gedane aangiften vrijwillig te verbeteren. Inkeren kan zolang de Belastingdienst de buitenlandse bankrekeningen niet zelf al op het spoor is en geldt als een strafverminderende omstandigheid bij het opleggen van een vergrijpboete.
Wijziging per 1 juli 2016
Bij inkeer binnen twee jaar nadat ten onrechte geen of een onjuiste aangifte is gedaan ten aanzien van buitenlandse bankrekeningen, wordt de vergrijpboete gematigd tot nihil. Bij inkeer na deze twee jaar, bedraagt de vergrijpboete 60% van het alsnog verschuldigde, per 1 juli 2016 is dit verhoogd naar 120%. Bij inkeer gaat het overigens niet zelden alleen om de vermogensrendementsheffing van Box 3. Afhankelijk van de herkomst van het zwarte geld kan onder bepaalde omstandigheden ook een navordering van inkomstenbelasting in Box 1 of erfbelasting op de loer liggen. Een goede begeleiding bij de inkeer is dan ook onontbeerlijk. Neem contact op met onze specialisten voor meer advies rondom buitenlandse bankrekeningen.