29.04.2020 | Marie-Alice Pissarro Bras - 0 reactie(s)
Het coronavirus heeft ervoor gezorgd dat Frankrijk sinds 17 maart jl. in lockdown is gegaan.
De beslissing van de Franse regering heeft niet alleen impact op de Fransen en het Franse bedrijfsleven, maar ook op Nederlandse ondernemingen die aanwezig, dan wel actief zijn in Frankrijk.
In deze blog wordt uitgebreid ingegaan op de maatregelen die de Franse regering heeft genomen om het bedrijfsleven tegemoet te komen en is gericht op Nederlandse ondernemingen met belangen in Frankrijk.
Hieronder worden de volgende onderwerpen behandeld:
Noodgezondheidswet;
Fiscale- en sociale verzekeringsmaatregelen;
Werkgelegenheidsmaatregelen:
Werktijdverkorting;
Thuiswerken;
Vakantiedagen/rustdagen;
Lenen/uitlenen van medewerkers;
Overige maatregelen om het bedrijfsleven tegemoet te komen:
Solidariteitsnoodfonds;
Uitstel van betaling van electra- en waterfacturen alsmede commerciële huur;
Lening met overheidszekerheid;
Maatregelen per sector;
Contractuele verplichtingen.
Noodgezondheidswet
Om de regering de 'tools' te geven om snel te kunnen reageren alsmede effectieve maatregelen ter bestrijding van het coronavirus en de gevolgen daarvan te overzien, heeft het Franse Parlement een noodgezondheidswet aangenomen: de coronavirus noodwet. In het kort kent de noodwet aan Président Macron en zijn regering de bevoegdheid toe om noodmaatregelen te treffen van tijdelijke aard. De noodwet geeft de regering de mogelijkheid om van het wettelijke stelsel af te wijken.
Op 24 maart jl. zijn de eerste noodmaatregelen genomen. Deze maatregelen zijn op 25 en 27 maart jl. aangevuld met nieuwe maatregelen dan wel met de uitbreiding van de reeds genomen maatregelen. Een aantal van de genomen maatregelen zijn met terugwerkende kracht vanaf 12 maart jl. ingegaan.
In het kort behelst het doel van de maatregelen het voorkomen c.q. beperken van negatieve gevolgen van de coronacrisis, onder andere op het gebied van economische, financiële en sociale aspecten, maar in het bijzonder de impact van de crisis op het bedrijfsleven en om het effect daarvan op de werkgelegenheid zoveel mogelijk te bestrijden c.q. te beperken.
Fiscale- en sociale verzekeringsmaatregelen
Nederlandse werkgevers in Frankrijk (met en/of zonder vestiging in Frankrijk) kunnen, inzake hun financiële verplichtingen totale of gedeeltelijke uitstel van betaling aanvragen bij het URSSAF. Inzake de financiële verplichtingen die op de werkgever rust omtrent de deelname (verplichte deelname) aan de ouderdomsverzekering Agirc-Arrco, is uitstel van betaling voor de maanden maart en april toegestaan.
Loop je als werkgever vertraging op in de betaling van je financiële ouderdomsverzekeringplichten, bijvoorbeeld als je de maand februari nog niet hebt betaald, dan kun je de aangifte voor de maand februari alsnog indienen met als betaald bedrag € 0 dan wel een bedrag gelijk aan de helft van het nog te betalen bedrag.
In ieder geval is betaling c.q. het afdwingen (door de bevoegde instanties) van betaling van de sociale lasten uitgesteld tot na 24 juni 2020. Echter kan deze termijn verlengd worden indien de lockdown ook verlengd wordt.
De vestigingen in Frankrijk die tijdens de lockdown een omzetdaling, als gevolg van de coronacrisis, hebben opgelopen, kunnen een btw-aanbetaling, in plaats van het volledige bedrag, met vermelding van COVID-19 op de BTW-aangifte, doen. De tolerantie geldt, op dit moment, in principe ook voor de btw-aangifte van mei.
Let wel, deze maatregelen zijn van tijdelijke aard. Dientengevolge kunnen deze op elk moment worden gewijzigd.
Werkgelegenheidsmaatregelen
De genomen noodmaatregelen beogen het voorkomen, voor zover mogelijk, van ontslagen op grond van economische redenen.
Activité partielle / werktijdverkorting
Nederlandse werkgevers zonder vestiging in Frankrijk kunnen ook een beroep op deze maatregel doen mits de werkgever minimaal één werknemer in dienst heeft die in Frankrijk zijn activiteit voor en namens de werkgever uitvoert en mits de werkgever onderworpen is aan de Franse wettelijke- of CAO premies en bijdragen alsmede onderworpen is tot een verplichte aansluiting bij de werkloosheidsverzekering. Indien de arbeidsovereenkomst onder Frans recht is aangegaan is dit vaak het geval.
Alvorens een “activité partielle” in te voeren dient de werkgever eerst een verzoek bij de Direccte (gedeeltelijk te vergelijken met het UWV) in te dienen en de goedkeuring daarvan af te wachten. Indiening en goedkeuring daarvan geschiedt achteraf, dan wel kan achteraf geschieden. De procedure rondom de indiening en goedkeuring is versneld en vereenvoudigd.
Indien een goedkeuring afgegeven wordt, worden deze maatregelen voor maximaal 12 maanden verleend.
De werknemer krijgt een uurvergoeding uitbetaald die overeenkomt met 70% van zijn brutoloon. De uurvergoeding kan, in beginsel, niet lager worden vastgesteld dan € 8,03. De werknemer krijgt ongeveer een vergoeding van 84% van zijn netto salaris uitbetaald.
De werkgever krijgt het betaalde bedrag, ter hoogte van maximaal 4,5 maal de gegarandeerde minimumlonen (Smic), vergoed. Het bedrag dat boven de 4,5 maal de gegarandeerde minimumlonen komt, is voor rekening van de werkgever en wordt dus niet vergoed.
Verder is de door de werkgever betaalde vergoeding vrijgesteld van sociale lasten- en bijdragen die, in beginsel, voor rekening van de werkgever komen. Wel is het bedrag onderworpen aan de CSG (6,2%) en aan de CRDS (0,5%). De CSG en de CRDS zijn specifieke sociale lasten waarvan bijna nooit wordt afgeweken. Deze worden door zowel de werknemer als de werkgever betaald.
Op dit moment dient de werkgever binnen 30 dagen, te rekenen vanaf het moment dat hij toepassing op de maatregel heeft gedaan, het verzoek ter goedkeuring in.
Let op! De “activité partielle” is een ultimum remedium. Dat wil zeggen dat de werkgever eerst alle andere mogelijke maatregelen ter voorkoming van werkloosheid in dient te zetten. Doet hij dat niet, dan zal een verzoek tot “activité partielle” wellicht niet gehonoreerd worden.
Télétravail/thuiswerken
De “télétravail” hoort tot één van de mogelijkheden om de “activité partielle” te voorkomen.
In beginsel kan het télétravail/thuiswerken slechts met toestemming van de werknemer plaatsvinden. Gaat de werknemer niet akkoord met het thuiswerken dan mag de werkgever hem/haar niet dwingen om op afstand te werken. Echter, gezien de huidige situatie en vanwege de kans op besmettingsgevaar, mag de werkgever voor zover dat dit mogelijk is van zijn werknemers eisen dat deze vanuit huis blijven werken. Immers eist de overheid van de werkgever dat hij van de gelegenheid van “télétravail” gebruik maakt. De arbeidsovereenkomst dient te worden gewijzigd met een addendum voor de tijd dat de maatregelen in werking blijven. De werknemer mag het tekenen van het addendum niet weigeren.
Vakantiedagen en/of rusttijden vaststellen oftewel RTT
De vaststelling van vakantiedagen en/of het inzetten van rustdagen (RTT) behoren ook tot één van de mogelijkheden om gebruik van de “activité partielle” te vermijden c.q. voorkomen.
In ieder geval levert dit eventueel de mogelijkheid om nog in de toekomst een beroep op deze maatregel te doen.
De regels inzake de vaststelling van vakantiedagen zijn, in beginsel, in een cao (op niveau van de onderneming, van de branche dan wel op nationaal niveau) opgenomen. Bij gebrek van een cao wordt het wettelijke stelsel (Code du travail) toegepast. Op grond van de wet (art.L3141-16 C.t) heeft de werkgever het voorrecht om de vakantiedagen vast te stellen. Vaststelling van de vakantiedagen geschiedt dus eenzijdig door de werkgever. Wel dient de werkgever met een aantal criteria c.q. voorwaarden rekening te houden. De wensen van de werknemer vormen geen criterium c.q. voorwaarde waarmee de werkgever, in beginsel, rekening dient te houden. Maar in de praktijk is het zo dat de werkgever de werknemers vraagt om hun wensen schriftelijk kenbaar te maken. Verder dient de werkgever de werknemer minimaal 1 maand voor de datum van de vakantie de werknemer van die datum te informeren. Tevens is de werkgever bevoegd eenzijdig de vakantiedata te wijzigen mits hij een termijn van 1 maand respecteert.
Nu de tijdelijke wettelijke maatregelen gelden mogen werkgevers vakantiedagen en rustdagen vaststellen en/of wijzigen zonder dat aan de termijn van 1 maand wordt voldaan. Wel geldt dat deze bevoegdheid slechts tot een bepaald aantal dagen (6 vakantiedagen en 10 rustdagen) beperkt wordt.
Toch lijkt uit de noodwetbepalingen dat de werkgever een collectieve overeenkomst (met toepassing van de noodmaatregelen op het niveau van de collectieve onderhandelingen) op het niveau van de onderneming (of branche) dient aan te gaan voordat hij van het vakantiestelsel af kan wijken. De meningen zijn hieromtrent verdeeld omdat de maatregel niet duidelijk is. Dit wordt per geval beoordeeld.
Lenen/uitlenen van werknemers
Terwijl dit in beginsel verboden is, moedigt het Franse Ministerie van Sociale zaken en werkgelegenheid (Ministère du Travail) het (uit)lenen van werknemers tussen ondernemingen aan. In deze bijzondere periode wordt het (uit)lenen van werknemers als een middel ter voorkoming van werkloosheid gezien alsmede een middel ter voorkoming van de “activité partielle”.
Let op: tekst gaat onder het beeld verder.
Vragen? Neem dan gerust contact op met Marie-Alice Pissarro Bras. Of bent u geïnteresseerd in een kennissessie over zaken doen in Frankrijk en de juridische aspecten hiervan? Laat uw e-mailadres achter, zodat we u kunnen uitnodigen.
Overige maatregelen om aan het bedrijfsleven tegemoet te komen
Solidariteitsnoodfonds
Het doel van het solidariteitsnoodfonds is financiële steun te bieden aan kleine bedrijven. Deze steun is tweedelig. De bedrijven die in aanmerking willen komen voor de financiële steun kunnen aanspraak maken tot € 1.500. Dit bedrag wordt door de Franse overheid toegekend en kan met een bedrag van € 2.000 tot € 5.000 worden vermeerderd (dit wordt door de Regio toegekend).
Om voor financiële steun in aanmerking te kunnen komen dient het bedrijf zijn activiteit voor 1 februari 2020 te hebben gestart. Daarnaast dient het bedrijf minder dan 10 werknemers in dienst te hebben en de omzet mag niet meer dan € 1 miljoen bedragen. Verder mag de winst uit het vorige boekjaar, vermeerderd met de bedragen die aan de bestuurder betaald zijn, niet hoger te zijn dan € 60.000. Tot slot komen bedrijven waarbinnen de zeggenschap door een andere vennootschap wordt uitgeoefend niet in aanmerking voor de financiële steunmaatregelen.
Uitstel van betaling van elektra- en waternota's alsmede commerciële huur
Bedrijven die hun facturen sinds het inroepen van de noodtoestand niet hebben kunnen voldoen mogen geen vertragingsboeten opgelegd krijgen.
Verder kunnen bedrijven die moellijkheden ondervinden bij het betalen van hun water-, gas- en elektriciteitsrekening een verzoek bij de leveranciers indienen tot minnelijke verlenging van de betalingstermijnen. Dit verzoek hoeft niet schriftelijk te geschieden.
In ieder geval volgt uit de wettelijke noodbepalingen dat het verboden is:
levering van elektriciteit, gas en water te onderbreken of op te schorten tot de datum waarop de noodtoestand wordt beëindigd;
toepassing van geldelijke sancties, vertragingsrente, schadevergoeding, activering van garanties of borgstelling in geval van wanbetaling bij de betaling van huur of huurlasten met betrekking tot professionele en commerciële gebouwen waarvan de betalingsvervaldatum plaatsvindt tussen 12 maart 2020 en het verstrijken van een periode van 2 maanden na de datum van beëindiging van de noodtoestand.
Verder krijgen bedrijven de mogelijkheid om:
betaling van achterstallige facturen van water en elektra mogen worden verspreid over een periode van 6 maanden na het einde van de noodtoestand. Achterstallige commerciële huurlasten mogen geen boete opleveren tot op de datum van twee maanden na het einde van de noodtoestand.
Om tot de hierboven beschreven maatregelen in aanmerking te komen dient het bedrijf aan dezelfde voorwaarden te voldoen dan degene die gelden om in aanmerking te komen tot de financiële steun via de solidariteitsnoodfonds.
Lening met Overheidszekerheid
Daarnaast gaat de Franse regering financiële steun bieden aan bedrijven door uitzonderlijke zekerheden bij leningen te verstrekken aan die bedrijven die door de crisis in liquiditeitsnood zijn geraakt. Deze garanties betreffen een bankfinanciering van totaal 300 miljard euro.
Met uitzondering van de SCI (Civiele vastgoedvennootschap), kredietinstellingen en financiële instellingen, kunnen alle andere ondernemingen, ongeacht de doelstelling en de vorm, gebruik maken van de aangeboden zekerheid. De bankinstellingen dienen hun cliënten de lening c.q. financiële producten, op welke de overheidszekerheden rusten, aan te bieden.
De leningsaanvraag dient voor 31 december 2020 te worden gedaan.
Maatregelen per sector
Naast de hierboven opgesomde “algemene” maatregelen welke, in beginsel, van toepassing zijn op alle bedrijven die aan de voorwaarden voldoen, heeft de Franse overheid ook per sector tijdelijke bepalingen c.q. regelingen getroffen om aan de specifieke nood van die sector tegemoet te komen c.q. steun te bieden. Het is echter niet zo dat gezegd kan worden dat bedrijven in nood een beroep kunnen doen op de getroffen maatregelen en dat deze direct gehonoreerd zullen worden. Er dient per geval te worden gekeken of de maatregel waarop een beroep wordt gedaan ook daadwerkelijk van toepassing is.
Contractuele verplichtingen
De overheid heeft geen bijzondere tijdelijke bepaling opgenomen inzake het niet nakomen van contractuele verplichtingen jegens handelspartners, zoals bijvoorbeeld de rechten en verplichtingen uit een distributie-koopovereenkomst.
Vanwege de coronacrisis en de maatregelen die door de overheid zijn genomen, zijn bedrijven in een situatie terechtgekomen waarin ze hun contractuele verplichtingen jegens de wederpartij/handelspartner niet meer (volledig) kunnen nakomen.
Buiten specifieke gevallen van bedrijven, belast met overheidsbouwopdrachten, is de opvatting dat de crisis op zichzelf nog geen overmacht oplevert. Er dient per geval te worden gekeken of er zich omstandigheden voordoen die een beroep op de overmachtsclausule rechtvaardigen.
Met andere woorden heeft de overheid op dit gebied geen uitzonderlijke noodmaatregelen getroffen, waardoor de “gewone” wettelijke bepalingen (artikel 1218 Code civil) en de jurisprudentie alsmede de contractuele bepalingen van toepassing blijven.
Dientengevolge dient eerst te worden gekeken of de overeenkomst in een overmachtsclausule voorziet. Een te algemeen geformuleerde clausule kan interpretatieproblemen opleveren, terwijl een doeltreffende clausule die een epidemie/pandemiegebeurtenis als overmachtssituatie heeft opgenomen geen interpretatieproblemen inzake de bedoeling van partijen oplevert. Toch kan in beide situaties een beroep op overmacht onrechtvaardig zijn.
Op dit moment is het niet mogelijk te voorspellen hoe de Franse rechter, geconfronteerd met een procedure waar een beroep op overmacht is betwist, zal reageren. Er zijn al twee uitspraken bekend (C.A Douai, 5 mars 2020 - n° 20/00400, C.A Colmar, 6e ch., 12 mars 2020, n° 20/01098) waar een beroep op overmacht gerechtvaardigd is bevonden. Wel dient meteen te worden opgemerkt dat in beide zaken geen sprake was van niet nakoming (op grond van overmacht) van verplichtingen uit een commerciële overeenkomst.
Tot slot worden op het gebied van het handelsverkeer, de overmachtsclausules door de Franse rechter strikt geïnterpreteerd c.q. getoetst. Een beroep op artikel 1195 van de Franse Civiele Code (theorie de l’imprévision: onvoorzienbaarheid) kan partijen, of een daarvan, een uitweg bieden voor het geval dat een beroep op overmacht zou niet slagen.
Meer weten?
Heeft u vragen, is er iets niet duidelijk of wilt u meer informatie? Neem dan gerust contact op met Marie-Alice Pissarro Bras. Als specialist in het arbeidsrecht, ondernemingsrecht en contractenrecht is zij de enige in Nederland die haar beroep in Frankrijk, Portugal èn Nederland mag uitoefenen en adviseert u graag.
Tags: Arbeidsrecht, contractenrecht, ondernemingsrecht, corona, frankrijk, fransrecht, maatregelencoronavirus, coronamaatregelenfrankrijk
Lees verder
28.04.2020 | Maarten Korthuis - 0 reactie(s)
Is een transitievergoeding aan een werknemer verschuldigd, die in overleg met de werkgever tegen een lager salaris een andere functie gaat vervullen met een gelijke arbeidsduur per week? Die vraag is door de Hoge Raad op 17 april 2020 beantwoord met "nee".
Een salarisvermindering bij een gelijk blijvend wekelijkse arbeidsduur kan zich bijvoorbeeld voordoen, indien een werknemer na 104 weken arbeidsongeschiktheid zijn eigen arbeid niet meer kan verrichten, maar wel arbeid van een lager niveau met een lager salaris.
Achtergrond
De vraag hield de (arbeidsrechtelijke) gemoederen bezig na de Kolom-uitspraak van de Hoge Raad uit 2018. Kort gezegd werd daarin overwogen dat,
- in gevallen van een substantiële structurele vermindering van arbeidsuren en
- voor het overige een voortzetting van de arbeidsovereenkomst,
aanspraak bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding. De vermindering dient ten minste 20% te bedragen. De transitievergoeding wordt berekend naar evenredigheid van de vermindering van de arbeidstijd, uitgaande van het loon waarop voorheen aanspraak bestond. Met inachtneming van het bovenstaande is de transitievergoeding verschuldigd bij:
a. een gedeeltelijke beëindiging;
b. volledig ontslag gevolgd door een nieuwe aangepaste arbeidsovereenkomst en
c. aanpassing van de arbeidsovereenkomst (in onderling overleg).
De onder c. vermelde vermindering van de arbeidsduur met daaraan gekoppeld een gedeeltelijke transitievergoeding was opmerkelijk nu volgens het Burgerlijk Wetboek bij een beëindiging in overleg geen wettelijke aanspraak op een transitievergoeding bestaat.
Op de vraag die de Hoge Raad onlangs beantwoord heeft was in de Kolom-uitspraak geen antwoord gegeven.
Hoezo?
Waarom is geen transitievergoeding verschuldigd bij een gelijkblijvend uren patroon, maar een lager salaris. Het antwoord is simpel. Herplaatsing in een andere passende functie zonder urenverlies is geen vorm van beëindiging van een arbeidsovereenkomst. Herplaatsing is juist bedoeld als een manier om te voorkomen dat een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Herplaatsing in een functie met een lager salaris is dan ook niet gelijk te stellen met een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Combinatie urenvermindering en lager salaris
Ook als er sprake is van een inkomensachteruitgang van tenminste 20% als gevolg van een combinatie van een structurele vermindering van de arbeidsduur met minder dan 20% en herplaatsing in een functie met een lager salaris, bestaat geen recht op een gedeeltelijke transitievergoeding. De regel dat wel een transitievergoeding verschuldigd is volgens de Kolom-uitspraak geldt slechts, als er sprake is van een urenachteruitgang van tenminste 20%.
Conclusie
Zolang er geen sprake is van een vermindering van de arbeidsduur van ten minste 20%, ongeacht of het loon van een werknemer afneemt, is er volgens de Hoge Raad geen tussentijdse aanspraak op een transitievergoeding.
Meer weten?
Heeft u vragen of wilt u meer informatie naar aanleiding van deze blog of over andere arbeidsrechtelijke vraagstukken, neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten Maarten Korthuis, Vincent Jongerius, Mike Timmer, of Melissa Meffert.
Lees ook: Update aanvraag compensatie transitievergoeding, Update slapend dienstverband, Aanspraak geboorteverlof verruimd (deel 1), Kennisdocument premiedifferentiatie ww
Tags: Arbeidsrecht, transitievergoeding, arbeidsongeschikt, ww, arbeidsovereenkomst
Lees verder
23.04.2020 | Mike Timmer - 0 reactie(s)
Update NOW: Na de aanpassingen/verduidelijking (onder andere aanpassing berekening hoogte subsidie artikel 7 NOW en toelichting op de manier waarop het UWV de NOW weegt bij ontslagverzoeken) van de NOW op 3 april jl. is de NOW op 22 april opnieuw aangepast.
Werkmaatschappijen die onderdeel zijn van een concern (ex artikel 2:24 BW) die meer dan twintig procent omzetverlies hebben (terwijl dat op concernniveau niet zo is) kunnen toch voor de NOW in aanmerking komen. Hiervoor gelden echter wel extra (verscherpte) voorwaarden.
Zie voor die voorwaarden onderstaande kamerbrieven van 22 april 2020:
Kamerbrief Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid
Kamerbrief moties en toezeggingen maatregelen noodpakket
Lees ook: Update: Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid, Wat is de Tozo?, In Nederland kennen we de NOW. Hoe zit dat in Duitsland?, Coronavirus: Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid, Corona: hotline
Tags: Arbeidsrecht, corona, coronavirus, noodfondsoverbruggingwerkgelegenheid, nowregeling
Lees verder
22.04.2020 | Edo Moll - 0 reactie(s)
Recent kwam uitgebreid in het nieuws dat de coronacrisis voor een grote piek gaat zorgen in het aantal echtscheidingen. Die verwachting heeft de vFAS, de vereniging van familierechtadvocaten uitgesproken. Zij verwachten de 40.000 echtscheidingen dit jaar te gaan halen. Normaal zijn er ongeveer 30.000 echtscheidingen per jaar. Het zoveel mogelijk thuiswerken en het mijden van derden heeft een grote impact op de relationele sferen, aldus de voorzitter van VFas.
Als je relatie voor de coronacrisis niet goed zat, is deze periode van thuiszitten dus extra zwaar. Scheiden is naar en niemand wil het en vaak zijn kinderen hiervan de dupe. Hoe kom je deze lastige tijd zo goed mogelijk door voor de kinderen en voor jezelf? Wij geven een paar tips:
Geef elkaar fysiek de ruimte
Probeer fysiek ruimte voor elkaar te creëren. Maak afspraken wie welke ruimte voor zichzelf heeft om daar te werken, relaxen of bijvoorbeeld te sporten.
Inleven in de ander
Waar twee vechten hebben twee schuld. Probeer je echter altijd te verplaatsen in de ander. Ieder heeft eigen emoties en gevoelens en ervaart dit op zijn of haar eigen manier. Probeer altijd in het achterhoofd te houden dat je het beste wilt voor de kinderen. Zij mogen hiervan niet de dupe worden.
Goede communicatie
Denk goed na bij wàt je zegt en hòe je communiceert. Wanneer je geëmotioneerd bent kunnen dingen er anders uitkomen dan de bedoeling is. Probeer op een kalme toon met je elkaar te praten. Zo bereik je meer.
Vraag professionele hulp als niet echt niet meer gaat
Lukt het echt niet meer zonder ruzie een gesprek met elkaar te voeren en om de problemen op te lossen? Schakel dan professionele hulp in van een mediator bij het regelen van de gevolgen van het uiteengaan. Zij kan jullie helpen en begeleiden de relatie op een goede manier te beëindigen. Neem bij vragen gerust contact met ons op.
Lees ook: Omgangsregeling tijdens corona, Nieuwe wet partneralimentatie
Tags: familierecht, echtscheiding, mediator, mediation, huwelijk, corona, relatiebeeindigen
Lees verder
22.04.2020 | Annemieke Wiltink - 0 reactie(s)
Naast de vele maatregelen die afgekondigd zijn vanwege het coronavirus, heeft het kabinet ook afgeraden om tijdens de meivakantie een vakantie te boeken. Maar wat als u al een (zomer)vakantie hebt geboekt en uw reisorganisatie ondanks de coronamaatregelen uw reis niet annuleert?
Lees hier wat uw rechten zijn als u het advies van de overheid en het RIVM opvolgt en ervoor kiest thuis te blijven.
Corona voucher
Overweegt u door de uitbraak van het coronavirus uw vakantie te annuleren, of zou u op korte termijn vertrekken en is door de beperkende maatregelen nog niet duidelijk of de vakantie kan doorgaan? Vraag dan in eerste instantie de reisorganisatie binnen een redelijke termijn schriftelijk te verklaren dat ze de overeenkomst willen nakomen. Doen ze dit niet (of niet op tijd), dan heeft u mogelijk recht op teruggave van (een deel) van de betaalde geldsom.
Het kabinet heeft (tijdelijk) toegestaan dat reisorganisaties in plaats van de verplichting tot het terugbetalen van de reissom een “Corona-voucher” mogen aanbieden. Nederlandse reizigers kunnen dit voucher krijgen als hun vakantie wordt geannuleerd. Hiermee kan (vaak tot 1 jaar na de oorspronkelijke reisdatum) een nieuwe reis worden geboekt. Het doel van de Corona-voucher is te voorkomen dat reizigers massaal hun geld terugvragen. Dat zou voor veel reisorganisaties onvermijdelijk een faillissement betekenen. Er is geen overigens wettelijke verplichting om een dergelijke voucher te accepteren. Accepteer je de voucher wel, let dan goed op dat deze ook gedekt is in geval van een faillissement.
Kosteloos annuleren?
Als door corona-uitbraak uw reis niet doorgaat, bieden veel annuleringsverzekeringen – blijkens de voorwaarden – geen dekking. Een aantal verzekeraars heeft het beleid op dat punt inmiddels iets versoepeld. Wilt u een reis annuleren vanwege het coronavirus? Controleer dan eerst of er een negatief reisadvies is afgegeven. Als door het Ministerie van Buitenlandse Zaken een negatief reisadvies is afgegeven voor uw reisbestemming, dan kunt u annuleren en de schade claimen onder de annuleringsverzekering. In sommige gevallen zelfs als de reis verder in de toekomst ligt, zoals de zomervakantie. Als voorwaarde geldt wel dat de reis geboekt moet zijn via een reisorganisatie. Voor gevolgschade - zoals separaat geboekte excursies die u annuleert omdat uw reis niet doorgaat – krijgt u in de regel geen vergoeding. Bekijk voorafgaand aan het annuleren goed naar de reis- of annuleringsvoorwaarden om teleurstellingen te voorkomen. Vaak bent u namelijk ook bij annulering wel gehouden de annuleringskosten te betalen (soms zelfs tot 90% van de totale reissom).
Heeft u buiten een reisorganisatie om een (losse) vlucht geboekt en zelf overnachtingen geregeld (bijvoorbeeld via AirBnB), informeer dan voorafgaand aan het annuleren bij de verhuurder van de accommodatie en de luchtvaartmaatschappij naar de annuleringsvoorwaarden. Veel (buitenlandse) organisaties kennen geen regeling waarbij u uw geld terugkrijgt en uw annuleringsverzekering biedt in een dergelijk geval mogelijk geen dekking.
Een annuleringsverzekering geldt in de regel slechts indien de reden voor het niet doorgaan van de vakantie is gelegen in de persoon van de verzekerde, zoals ziekte of overlijden. De uitbraak van het coronavirus valt hier niet onder. Een allrisk annuleringsverzekering kan uitkomst bieden.
Meer weten?
In deze onzekere tijden, is een steuntje in de rug vaak heel welkom. Advocaat verzekeringsrecht Annemieke Wiltink kijkt graag met u mee welke rechten u hebt en beantwoordt graag uw (aanvullende) verzekeringsrechtelijke vragen. Neem gerust contact met haar op.
Tags: verzekeringsrecht, coronavirus, vakantie, reis, verzekering, annuleren, annuleringsverzekering
Lees verder
20.04.2020 | Bjorn Harbers - 0 reactie(s)
Het is de nachtmerrie voor elke ondernemer: failliet gaan. Door de coronacrisis is het aantal faillissementen de afgelopen weken sterk gestegen. Ondanks alle steunmaatregelen vanuit de overheid komen veel bedrijven in acute financiële problemen en dreigt een faillissement. Voor veel ondernemers is het eind van de coronacrisis nog (lang) niet in zicht. In deze bijdrage ga ik in op enkele maatregelen die u kunt nemen om een faillissement te voorkomen, dan wel – als een faillissement onafwendbaar is – welke stappen u kunt zetten als ondernemer om de gevolgen van een faillissement binnen de perken te houden.
Voorkomen van een faillissement
Iedere ondernemer wil natuurlijk voorkomen dat de stekker uit zijn of haar onderneming moet worden getrokken. Regelmatig word ik als curator benoemd in een faillissement. Hierdoor kan ik advies bieden vanuit verschillende perspectieven van de zaak.
Liquiditeitspositie
Juist in deze onzekere tijden is het van groot belang om uw liquiditeitspositie continue te monitoren. Stel een liquiditeitsprognose op en beoordeel of u op korte en middellange termijn in staat bent om aan de lopende verplichtingen te voldoen. Houdt daarbij ook rekening met de uitgestelde betalingsverplichtingen die nog komen. Een aantal maatregelen geven tijdelijk lucht, maar kunnen uiteindelijk alsnog tot financiële problemen leiden.
Is de verwachting reëel dat de lopende verplichtingen (op termijn) niet kunnen worden nagekomen, grijp dan op tijd in. Uiteraard kan dat door te beoordelen of en zo ja, waar gesneden kan worden in de kosten of waar (extra) tijd gecreëerd kan worden om uitgesteld aan de verplichtingen te kunnen voldoen. Wellicht biedt een reorganisatie de financiële ruimte die nodig is om deze moeilijke periode door te komen.
Dreigend faillissement
Bij de keuzes en de maatregelen die u als ondernemer/bestuurder maakt, is essentieel dat u het belang en de continuïteit van de vennootschap voorop stelt. Dit is ook in uw eigen belang. In het geval een faillissement dreigt en u als bestuurder bijvoorbeeld verplichtingen aangaat waarvan u weet dat de vennootschap die niet zal kunnen nakomen, neemt u welbewust het risico als bestuurder aansprakelijk gesteld te worden. Bij het dienen van het belang van de vennootschap moet u dus – naast de continuïteit van de vennootschap – de positie van de schuldeisers van die vennootschap niet uit het oog verliezen. In deze fase is van groot belang om de keuzes die u maakt als bestuurder goed en zorgvuldig te documenteren, zodat u achteraf kunt verantwoorden waarom u bepaalde keuzes hebt gemaakt. Het inwinnen van extern advies is daarbij onmisbaar.
Acteren
Lijkt een faillissement onafwendbaar, dan bestaat nog de mogelijkheid om – als laatste redmiddel – aan de schuldeisers een crediteurenakkoord aan te bieden met het doel om ter voorkoming van een faillissement tegen een percentage van de totale schuldenlast de volledige schuld te saneren. Veelal vormt het aanbieden van een dergelijk akkoord het voorportaal voor de faillissementsaanvraag. Slaagt het akkoord niet, dan is het voortzetten van de activiteiten binnen de vennootschap in de regel niet mogelijk.
Blog deel 2
In een volgende blog zal ik toelichten waar u rekening mee dient te houden als het faillissement is uitgesproken en wat u in de voorfase kunt en moet doen om aansprakelijkheden te voorkomen.
Meer weten?
Het tijdig ingrijpen of herstructureren van uw onderneming kan een middel zijn om de risico’s te spreiden en een faillissement te voorkomen. Maar het verschilt per onderneming en bedrijfstak waar de risico’s liggen en welke mogelijkheden er zijn. Laat u dus goed en tijdig adviseren.
Heeft u vragen of wilt u advies, neem dan gerust contact op met Bjorn Harbers.
Lees ook: Regelingen voor werkgevers, NOW: vragen en antwoorden
Tags: ondernemer, faillissement, corona, coronacrisis, failliet
Lees verder