10.11.2020 | Maarten Korthuis - 0 reactie(s)
Gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof is één van de speerpunten van een wetsvoorstel dat onlangs door minister Koolmees is ingediend. Als het wetsvoorstel in werking treedt, wordt met name de Wet Arbeid en Zorg aangepast. De wijzigingen zijn noodzakelijk vanwege een Europese richtlijn die voorschrijft dat nationale wetgeving van de EU-landen uiterlijk op 2 augustus 2022 aan de richtlijn dient te voldoen.
Wat verandert er?
a. Gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof
De huidige ouderschapsverlofregeling houdt kort gezegd in, dat beide ouders recht hebben op 26 weken onbetaald ouderschapsverlof. Dat verlof is niet van de ene op de andere ouder overdraagbaar. Het verlof dient voor het 8e jaar van het kind te worden opgenomen.
Als het wetsvoorstel in de huidige vorm in werking treedt, blijft de duur van het ouderschapsverlof 26 weken. Nieuw is dat de werknemer gedurende 9 weken, zolang het kind nog geen 1 jaar is, recht heeft op een uitkering gedurende het ouderschapsverlof. De uitkering bedraagt in beginsel 50% van het loon van de werknemer met als maximum 50% van het max-dagloon. Het recht op de uitkering bestaat niet als in dezelfde periode de ouder recht heeft op bijvoorbeeld een uitkering vanwege zwangerschap of bevalling dan wel op (aanvullend) geboorteverlof. Het is de bedoeling, dat de uitkering middels een speciaal formulier door de werkgever bij het UWV wordt aangevraagd.
B. Aanvullend geboorte verlof
De kring van personen die aanspraak kunnen maken op een uitkering op basis van aanvullend geboorteverlof wordt uitgebreid. Als het wetsvoorstel in de huidige vorm in werking treedt, kunnen ook een directeur-grootaandeelhouder of een werknemer die huishoudelijke arbeid verricht en beschikt over een schriftelijke arbeidsovereenkomst aanspraak maken op een uitkering voor aanvullend geboorteverlof. Nu is dat niet het geval, omdat voor deze personen geen zogenaamde Aof-premie wordt afgedragen. Als het wetsvoorstel ongewijzigd in werking treedt, kunnen zij gedurende de periode van het aanvullend geboorteverlof aanspraak maken op een uitkering van het UWV van 70% van het wettelijk minimumloon gerelateerd aan de arbeidsduur.
Verder kan opgenomen aanvullend geboorteverlof op verzoek van de werknemer door de werkgever worden opgeschort vanwege onvoorziene omstandigheden, zoals ziekte. Wanneer de werknemer, nadat de onvoorziene omstandigheden voorbij zijn, het (resterende) aanvullend geboorteverlof alsnog wil opnemen, dient zulks plaats te vinden voor de wettelijke einddatum van het aanvullend geboorteverlof (eind van de zesde maand na de bevalling).
Conclusie
Het wetsvoorstel houdt in het bijzonder in:
- een wettelijke regeling voor gedeeltelijk betaald ouderschapsverlof;
- een uitbreiding van kring van gerechtigden op aanvullend geboorteverlof;
- de mogelijkheid de werkgever te verzoeken in te stemmen met schorsing van het aanvullend geboorteverlof.
Meer weten?
Wilt u meer weten over het Wetsvoorstel aanpassing verlof- en zorgregelingen neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrecht advocaten.
Lees ook eens: Aanspraak op geboorteverlof verruimd (deel 1), Aanspraak op geboorteverlof verruimd (deel 2)
Tags: Arbeidsrecht, zorgverlof, verlofregeling
Lees verder