Aansprakelijkheid bij dividenduitkeringen
29.06.2016 | Bjorn Harbers
De verplichting tot het uitvoeren van de ‘uitkeringstoets’ bij dividenduitkeringen door het bestuur is vrij nieuw. Tot voor kort ontbrak het daarom aan rechtelijke uitspraken rondom deze uitkeringstoets. De rechtbank Gelderland bracht daar recent verandering in.
Goedkeuring verlenen
Een belangrijke wijziging bij de invoering van de Flex-B.V. is de in artikel 2:216 lid 2 BW neergelegde verplichting van het bestuur om goedkeuring te verlenen aan een voorgenomen dividendbesluit. Het instrument dat het bestuur daarvoor heeft, is de zogeheten ‘uitkeringstoets’. Handelt het bestuur niet correct bij het uitvoeren van die uitkeringstoets, dan kan dat leiden tot aansprakelijkheid van de individuele bestuurders.
Wettelijke vereisten
Bij een dividenduitkering dient aan de volgende twee voorwaarden te worden voldaan. De eerste voorwaarde is het uitvoeren van een balanstoets door de algemene vergadering van aandeelhouders (AVA). Dit houdt in dat de AVA toetst of het eigen vermogen groter is dan de wettelijke of statutaire reserves. Vervolgens dient het bestuur het besluit van de AVA goed te keuren aan de hand van de uitkeringstoets.
Vuistregels voor toetsing
De wetgever heeft enkele vuistregels gegeven voor de wijze waarop het bestuur moet toetsen. Bij de beoordeling dient rekening te worden gehouden met de gevolgen van de uitkering voor de liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit van de vennootschap. Daarnaast moet de vennootschap na de uitkering nog kunnen voldoen aan haar opeisbare verplichtingen. Daarbij hoeft het bestuur in beginsel niet verder te kijken dan één jaar vooruit.
Aansprakelijkheid
Wanneer blijkt dat het bestuur ten onrechte goedkeuring heeft verleend aan de dividenduitkering dan kunnen de individuele bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor terugbetaling van maximaal het uitgekeerde bedrag, te vermeerderen met rente. Als een faillissement van de vennootschap volgt en de uitkering een belangrijke oorzaak hiervan blijkt te zijn, dan kunnen de bestuurders zelfs worden aangesproken voor het volledige tekort in het faillissement. Ook aandeelhouders kunnen aansprakelijk worden gesteld voor het aan hen uitgekeerde bedrag.
In de praktijk
Hieronder volgt een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland rondom het hierboven besproken onderwerp.
Bij de herontwikkeling van een onroerend goed, besluiten diverse partijen om de samenwerking op te zeggen. De betrokken vennootschappen raken verstrikt in een juridische procedure. Ter beslechting daarvan wordt een vaststellingsovereenkomst gesloten. Kort daarna blijkt dat binnen die vennootschap een dividenduitkering heeft plaatsgevonden, waarvoor een rechtsgeldig besluit van de AVA én goedkeuring van het bestuur bestond. Achteraf bleek dat de dividenduitkering op basis van de toetsingen ten onrechte heeft plaatsgevonden. In de procedure bij de rechtbank Gelderland is de aansprakelijkheid van de aandeelhouder en bestuurder voor het bedrag van de dividenduitkering aan de orde.
De rechtbank Gelderland overweegt onder meer dat de wetgever het zwaartepunt van de verplichtingen op grond van artikel 2:216 BW bij de bestuurder heeft gelegd. Daarom is er - in deze casus - geen reden aanwezig om de aandeelhouder hiervoor aansprakelijk te stellen.
De vennootschap in deze casus bestond tijdens het besluit tot dividenduitkering korter dan een jaar. Er waren nog geen jaarstukken beschikbaar, maar slechts een voorlopige (onvolledige ) kolommenbalans. Op basis van de balans- en uitkeringstoets dient een bestuurder in zo’n geval extra voorzichtig te zijn bij het verlenen van goedkeuring, omdat een groot geldbedrag aan de vennootschap wordt onttrokken.
De rechtbank acht de bestuurder aansprakelijk voor het tekort en veroordeelt de bestuurder tot terugbetaling aangezien de bestuurder onvoldoende rekening heeft gehouden met uitgaven die na het dividendbesluit zijn gedaan en die waren te beschouwen als normale en daarmee voorzienbare exploitatiekosten.
Wees bedachtzaam!
BAX advocaten belastingkundigen adviseert bestuurders en aandeelhouders bij tal van vennootschappelijke vraagstukken. Wees bedacht bij het verlenen van goedkeuring aan een dividendbesluit op toekomstige kosten en verplichtingen. Een bestuurder kan niet eenvoudig ontkomen aan de verantwoordelijkheden die gelden bij het goedkeuren van een dividenduitkering.