De zorgplicht blijft een zorg
10.05.2016 | Annemieke Wiltink
De zorgplicht van de assurantietussenpersoon blijft voer voor rechters. Ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) bemoeit zich regelmatig met de rechten en plichten van de tussenpersoon. Zo heeft de AFM vorig jaar onderzoek gedaan naar arbeidsongeschiktheidsverzekeringen, waarbij is gebleken dat adviseurs nog te vaak onzorgvuldig te werk gaan. Vaak bestonden onderzochte adviesdossiers uit niet meer dan een aanvraagformulier van de productaanbieder en voldeden derhalve niet aan de vereisten uit de Wet op het financieel toezicht (Wft).
DE PLICHT VAN DE ASSURANTIETUSSENPERSOON
De kamerstukken verwoorden de plicht van de assurantietussenpersoon als volgt:
“Elke tussenpersoon die zijn beroep goed uitoefent, ongeacht of hij al dan niet de premies int of daarvoor verantwoordelijk is, zal al de door hem gesloten verzekeringen regelmatig toetsen aan de werkelijkheid en daartoe de verzekeringnemers bezoeken; zijn taak is voor de belangen van deze verzekeringnemers te waken en zodoende de vertrouwenspositie die hij behoort in te nemen te bevestigen en te versterken”.
OM WELKE PLICHTEN GAAT HET?
In een voor de praktijk nog steeds belangrijk arrest (HR 10 januari 2003, NJ 2003, 375) zijn de volgende “plichten” geformuleerd:
a) de tussenpersoon dient verzekeringnemers tijdig opmerkzaam te maken op gevolgen die aan hem bekend geworden feiten voor dekking onder verzekeringsovereenkomsten kunnen hebben;
b) de tussenpersoon dient erop toe te zien dat door of namens verzekeringnemer aan verzekeraars tijdig alle mededelingen worden gedaan, waarvan de tussenpersoon behoort te begrijpen dat die vallen onder de mededelingsplicht in verband met risicoverzwarende omstandigheden;
c) de tussenpersoon moet die feiten en omstandigheden meedelen aan de verzekeraar die hem bekend zijn of redelijkerwijze bekend behoren te zijn. Indien de tussenpersoon over een omstandigheid die mogelijk aanleiding kan geven tot een beroep op risicoverzwaring onvoldoende gegevens heeft of er niet van uit mag gaan dat gegevens nog volledig en juist zijn, dient de tussenpersoon daarnaar bij de verzekeringnemer te informeren.
ENKELE SITUATIES UITGELICHT
De situatie komt regelmatig aan het licht, zo ook in een arrest van het Gerechtshof Den Haag (7 oktober 2014, gepubliceerd 20 oktober 2015 onder nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3108). Hierbij overwoog het hof dat de tussenpersoon zijn opdrachtgever expliciet dient te wijzen op een belangrijke polisvoorwaarde en de gevolgen van het niet naleven van de voorwaarde. Dit geldt ook wanneer het polisblad de voorwaarden en de gevolgen expliciet beschrijft. Zoals door het hof geformuleerd, is een tussenpersoon door de zorgplicht meer dan louter een “doorgeefluik”.
Dat de zorgplicht van de assurantietussenpersoon nog steeds actueel is en verduidelijking behoeft, blijkt uit een recent arrest (HR 26 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:336 (X / Aegon c.s.), waarin aan de orde kwam dat de assurantietussenpersoon nader bij zijn cliënt dient te informeren naar de betreffende achtergronden als de tussenpersoon op de hoogte is van een eerdere opzegging van een verzekeraar jegens die cliënt. Dit om hem te waarschuwen voor de gevolgen van het niet, onjuist of onvolledig invullen van een vragenformulier van de verzekeraar.
TIPS VOOR DE ASSURANTIETUSSENPERSOON?
Onze belangrijkste tips zijn: ‘vraag door’ en ‘leg vast’. Mocht u als assurantietussenpersoon of als verzekeringnemer te maken hebben met een kwestie waarbij juridische hulp gewenst is, neem dan geheel vrijblijvend contact op met onze specialist verzekeringsrecht mr. Annemieke Wiltink.