UPDATE: Uitfasering pensioen in eigen beheer
21.12.2016 | Arjen Drent
Op 20 december 2016, na het schrijven van onderstaande blog, heeft de Eerste Kamer, op verzoek van de Staatssecretaris besloten om de stemming over het wetsvoorstel “Wet uitfasering pensioen in eigen beheer” uit te stellen.
Aanleiding voor dit verzoek van de Staatssecretaris, zo staat te lezen in een aan de Eerste Kamer toegezonden brief, vormen signalen vanuit de praktijk dat met het oog op een ordentelijke besluitvorming nader onderzoek vereist is naar het gebruik van de mogelijkheden om de (toekomstige) indexatie van de opgebouwde pensioenaanspraken op het moment van afkoop of omzetting ten laste van de fiscale winst te brengen. De Staatssecretaris bereidt een novelle voor met daarin mogelijk een maatregel om de nadelige effecten te repareren. Ook zal daarin een wijziging van de datum van inwerkingtreding worden opgenomen.
Wij kijken uit naar de eventuele reparatie van de Staatssecretaris en de nieuwe datum inwerkingtreding. Wij houden u op de hoogte.
Uitfasering pensioen in eigen beheer
Op Prinsjesdag 2016 is het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer ingediend met als beoogde ingangsdatum 1 januari 2017. Graag willen wij van deze gelegenheid gebruikmaken om de inhoud van dit wetsvoorstel met u te delen, alsmede de mogelijke gevolgen hiervan.
Het wetsvoorstel geeft directeuren-grootaandeelhouders (hierna: DGA’s) de mogelijkheid om hun pensioen in eigen beheer (hierna: PEB) in 2017, 2018 of 2019 tegen fiscale waarde af te kopen, waarbij een aanzienlijke belastingkorting wordt verleend, of hun PEB tegen fiscale waarde om te zetten in de spaarvariant Oudedagsverplichting (hierna: ODV). Ook bestaat de mogelijkheid om het bestaande PEB te handhaven. Bij al deze opties is een verdere opbouw niet mogelijk. De fiscale facilitering geldt ook voor reeds ingegane PEB, de reeds ingegane partner- en wezenpensioen, alsmede voor de reeds stopgezette pensioenopbouw van het PEB.
Handhaving bestaande pensioen in eigen beheer
Bij de keuze om het bestaande PEB te handhaven blijft het huidige regime gehandhaafd, maar is een verdere dotatie aan het PEB niet meer mogelijk. Dit heeft tot gevolg dat het PEB als beklemd vermogen in de vennootschap blijft, hetgeen van invloed is op het dividendbeleid in de vorm van een mogelijke dividendklem. Ook zal de jaarlijkse actuariële berekening moeten worden gemaakt en blijft verder de verplichting bestaan om het pensioen levenslang uit te keren. Bij het premievrij maken van het PEB zal de toekomstige indexatie ineens moeten worden toegekend welke bij de vennootschap moet worden geactiveerd.
Uitfasering PEB
Indien men ervoor kiest om het bestaande PEB om te zetten in een ODV, dan wel het bestaande PEB af te kopen, zal de bestaande PEB moeten worden afgestempeld van commerciële waarde naar fiscale waarde. Op basis van het wetsvoorstel kan dit zonder belastingheffing. Na voornoemde afstempeling zal er gekozen moeten worden voor de omzetting in een ODV dan wel voor afkoop. Deze keuze hangt voornamelijk af van de persoonlijke en financiële situatie van de DGA.
Omzetting tegen fiscale waarde in een ODV
Zoals aangegeven, is bij deze keuze geen verdere pensioenopbouw mogelijk. De fiscale waarde van het bestaande PEB wordt op de balans opgenomen als een ODV, welke een fiscale voorziening betreft, en zal jaarlijks opgerent moeten worden met de marktrente (U-rendement). De voorziening dient bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd in ten minste 20 jaren gelijkmatig te worden afgebouwd, welke periode onder voorwaarden wordt verminderd met de reeds verstreken periode vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd. Bij de keuze voor omzetting in een ODV kan de DGA uiterlijk in 2019 alsnog overgaan tot afkoop.
De keuze voor de omzetting in een ODV heeft als gevolg dat dit ruimte creëert voor het doen van dividenduitkeringen, omdat de dividendklem op het verschil tussen de commerciële waarde (oud) en het nieuwe spaarsaldo komt te vervallen. Voorts hoeft er “slechts” opgerent te worden tegen het U-rendement, welke thans bedraagt -0,25 procent (oktober 2016). Indien ervoor gekozen wordt om het PEB (nog) niet af te kopen, maar om te zetten in de ODV blijft het vrijgekomen vermogen beschikbaar voor de onderneming.
Afkoop PEB
De keuze voor de afkoop van de bestaande PEB (zowel ouderdomspensioen als nabestaandenpensioen) heeft tot gevolg dat de vennootschap weliswaar van de pensioenverplichting wordt bevrijd, maar hiervoor treedt in de plaats de opeisbare schuld aan de DGA alsmede de verschuldigde loonbelasting. Een gedeeltelijke afkoop is niet mogelijk en voorts dient de verschuldigde belasting in één keer te worden betaald. Kortom: dit vereist de nodige liquide middelen. Om hierin tegemoet te komen, kan er tegen een fiscale korting worden afgekocht. De voorgestelde korting bedraagt in 2017: 34,5 procent, in 2018: 25 procent en in 2019: 19,5 procent. Naast voornoemde korting is over de afkoop in deze jaren geen 20 procent revisierente verschuldigd. Bij de afkoop wordt uitgegaan van de fiscale waarde van het bestaande PEB per 31 december 2015.
De afkoop van het bestaande PEB biedt mogelijkheden voor financiële planning. U kunt bijvoorbeeld het vrijgekomen vermogen in privé houden of deze terugstorten in de vennootschap om bijvoorbeeld de rekening-courant af te lossen. Hierbij is van belang de wijziging in de tariefstructuur van de belastingheffing in box 3. Met het oog hierop is een van de vennootschap afgesplitste vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI), die het vrijgekomen vermogen belegt, zonder heffing van vennootschapsbelasting, het overwegen waard.
Wat nu?
In de jaren 2017 t/m 2019 moet tot een keuze worden gekomen. Hierbij is van belang dat de DGA de opbouw van het PEB voor 1 januari 2017 stop moet zetten. Daarnaast kan uitstel van de keuze om het PEB om te zetten in de ODV aantrekkelijk zijn, omdat de PEB tot dat moment oprent tegen de 4 procent, welke hoger is dan het U-rendement welke voor de ODV heeft te gelden.
Aandachtspunten
Bij het maken van een keuze spelen onderstaande aandachtspunten een rol:
-
wat is de huidige financiële positie van de DGA?;
-
de toestemming (ex)partner is vereist, waarvoor de Belastingdienst formulieren zal publiceren;
-
indien geen toestemming wordt gegeven, dan werkt de Belastingdienst niet mee aan de afkoop;
-
de (wijze van) verdeling van pensioenaanspraken, met inbegrip van eventuele over- en onderbedeling en mogelijke verschuldigdheid van schenkbelasting;
-
het correct verrichten van alle formele (administratieve) handelingen, zoals notulen algemene vergadering van aandeelhouders en de verwerking van de jaarrekening;
-
de beoordeling of afkoop geen knelpunten oplevert in de liquiditeits- en solvabiliteitspositie van de vennootschap;
-
het opstellen van een spaarreglement door de vennootschap;
-
de mogelijke intentie van de DGA om te emigreren;
-
bij een minderheidsaandelenpakket een mogelijke verschuldigdheid van schenkbelasting;
-
het in aanmerking te nemen gebruikelijke loon.
Wij helpen u graag!
Het wetsvoorstel noopt u, als DGA, tot het maken van een ingewikkelde keuze. Om tot een weloverwogen keuze te komen, zullen vele zaken in kaart moeten worden gebracht en vervolgens worden afgewogen. Wij zijn uiteraard bereid om u te adviseren en bij te staan bij het maken van uw keuze. In dat geval kunt u
contact opnemen met één van onze specialisten.