26.03.2019 | Michelle van Bindsbergen - 0 reactie(s)
In aansprakelijkheidskwesties is het aanvangsmoment van aansprakelijkheid een cruciaal punt bij de vaststelling van het causaal verband en de schade. Hoe zit dit in het geval een overheid een onrechtmatig besluit neemt? Welk tijdstip is dan van belang voor vaststelling van de schade en het causaal verband? Op 15 maart 2019 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen waarin onder andere wordt ingegaan op de vraag wat het ingangstijdstip van aansprakelijkheid is.
In deze kwestie had de gemeente onterecht een aanvraag van een bouwvergunning geweigerd. Dit weigeringsbesluit was om twee redenen onrechtmatig. Ten eerste was de aanvraag niet in strijd met het bestemmingsplan. Ten tweede had de gemeente buiten de beslistermijn beslist, waardoor de vergunning vanaf dat moment van rechtswege was verleend. Het besluit werd door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigd.
Moment van aansprakelijkheid
In het geval een besluit door de bestuursrechter is vernietigd geldt dat het besluit onrechtmatig is vanaf het tijdstip dat het genomen is. Dit geldt ook in de situatie, zoals in deze kwestie aan de orde was, er op een eerder moment een vergunning van rechtswege is verleend.
Het aanvangsmoment van aansprakelijkheid kan voor het onrechtmatige besluit liggen als er sprake is van onrechtmatigheid wegens het niet tijdig beslissen, of vanwege het niet in kennis stellen van de verlening van rechtswege. Deze gronden waren in cassatie echter niet (meer) aan de orde.
Belang
Uit bovengenoemd arrest van de Hoge Raad blijkt hoe belangrijk het is om vast te stellen vanaf welk moment een bestuursorgaan aansprakelijk is. Dit kan van doorslaggevende betekenis zijn bij de vraag of en zo ja hoeveel schade er moet worden vergoed. In lijn met eerdere rechtspraak wordt met betrekking tot onrechtmatige besluitvorming beslist, dat de ingangstijd in het geval van een onrechtmatig besluit het tijdstip is waarop het besluit genomen is. Het is van belang om hierover in een vroegtijdig stadium duidelijkheid te verkrijgen, zodat er een goede inschatting van het aansprakelijkheidsrisico kan worden gemaakt.
Meer weten?
Heeft u een vraag inzake overheidsaansprakelijkheid of wilt u meer informatie? Neem dan gerust contact met ons op.
Zie voor de volledige uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2019:353
Tags: aansprakelijkheid, overheidsaansprakelijkheid, michellevanbindsbergen, bouwvergunning
Lees verder
04.03.2019 | Michiel Deppenbroek - 0 reactie(s)
Op 22 februari 2019 heeft de Hoge Raad een – voor de beroepsaansprakelijkheid van een makelaar – interessant arrest gewezen. De casus betrof een geval waarbij de NVM-makelaar een oppervlakte van een te verkopen woning onjuist had vermeld. Het is inmiddels bekend dat van een NVM-makelaar verwacht wordt dat hij de voor hen geldende meetinstructie (NEN 2580) behoort toe te passen bij het inmeten. Dat ging in dit geval mis.
Aansprakelijkheid van de makelaar jegens de kopers, die een woning kochten die 124 m2 woonoppervlakte had, waar de brochure 150 m2 vermeldde, werd aangenomen. Interessant is echter hetgeen de Hoge Raad nadien vaststelde met betrekking tot de omvang van de schade.
Berekening van de schade
Bij de berekening van de schade moet een vergelijking worden gemaakt tussen de werkelijke situatie (inclusief de fout van de makelaar) en de situatie die zou zijn ontstaan indien de fout niet was gemaakt. Het gerechtshof oordeelde dat de kopers voor de koopsom een woning met een 150 m2 woonoppervlakte mochten verwachten en dat de schade moest worden begroot door het verschil in waarde van een woning van 150 m2 en 124 m2 woonoppervlakte vast te stellen.
Dat is volgens de Hoge Raad onjuist. Immers, de fout weggedacht (en dus ingemeten conform NEN 2580), zou de gekochte woning nog steeds een woonoppervlakte van 124 m2 hebben. De gekochte woning is door de fout niet in waarde verminderd.
Na verwijzing zal een ander gerechtshof de omvang van de schade moeten begroten. Naar mijn verwachting zal dat hof toch een deskundige benoemen die een waardetaxatie van de woning op basis van de werkelijke gegevens zal uitvoeren, waarbij een verschil tussen die waarde (als die lager is dan de koopprijs) en de koopprijs als schade kan worden begroot. Daaraan ligt dan ten grondslag de gedachte dat, de fout weggedacht, de koper bereid zou zijn geweest wel die (lagere) koopsom te betalen terwijl de verkoper geacht kan worden bereid te zijn geweest tegen die lagere, maar wel reële, prijs te verkopen.
Meer weten?
Wilt u meer informatie of heeft u vragen? Neem dan gerust contact met ons op.
Lees ook eens: WOZ-waarde van invloed op de huurprijs
Tags: Blog, huurrecht, michieldeppenbroek, makelaar, aansprakelijkheid, bouwrecht
Lees verder