28.05.2021 | Derek van Hijkoop - 0 reactie(s)
Op 20 mei jl. heeft het Europese Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2021:398) arrest gewezen omtrent het leerstuk van de formele rechtskracht. De formele rechtskracht houdt – kort gezegd – in dat als een besluit eenmaal onaantastbaar is, niet meer ter discussie kan worden gesteld of dat besluit rechtsgeldig of onrechtmatig is. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat het Unierecht ruimte biedt voor toepassing van de leer van de formele rechtskracht, mits er een uitzondering mogelijk is voor gevallen die evident in strijd zijn met het Unierecht.
Casus
Het gaat in deze zaak om voorschriften die zijn verbonden aan een omgevingsvergunning van een LPG-tankstation in Purmerend. Omwonende vindt de verkoop van LPG in de nabijheid van woningen vanuit veiligheidsoogpunt onaanvaardbaar en verzoekt om intrekking van de omgevingsvergunning. In plaats van intrekking van de vergunning stelt het college twee aanvullende voorschriften aan de wijze waarop het tankstation dient te worden bevoorraad. Deze voorschriften houden in dat de tankwagens van de leverancier die het tankstation bevoorraden met LPG voorzien dienen te zijn van hittewerende bekleding en van een verbeterde vulslang. Omwonende is van mening dat de twee veiligheidsvoorschriften in strijd zijn met het Europese recht. Omwonende wenst dat de Afdeling de veiligheidsvoorschriften vernietigt, omdat deze niet kunnen worden gehandhaafd.
In haar uitspraak van 30 januari 2019 (ECLI:NL:RVS:2019:260) heeft de Afdeling aan het Hof van Justitie het volgende gevraagd:
Is een vergunningvoorschrift zoals dat over de hittewerende kleding in strijd met richtlijn 2008/68/EG over het vervoer van gevaarlijke stoffen?
Indien het antwoord op deze vraag bevestigend is, wenst de Afdeling te vernemen of het nationaalrechtelijke uitgangspunt dat een in rechte onaantastbaar geworden vergunningvoorschrift in beginsel handhaafbaar is, tenzij evident is dat het vergunningvoorschrift niet gesteld had mogen worden wegens strijd met hoger recht, in overeenstemming is met het Unierecht?
Conclusie advocaat-generaal
Advocaat-generaal Tanchev komt tot de conclusie dat dat de voorschriften in strijd zijn met het Unierecht. De veiligheidsvoorschriften hebben namelijk tot gevolg dat niet alle tankwagens dit specifieke LPG-tankstation kunnen bevoorraden: de exploitant van het tankstation mag geen LPG laten afleveren door tankwagens die – ook al voldoen zij aan de voorschriften van richtlijn 2008/68/EG – niet aan die aanvullende voorschriften voldoen. De veiligheidsvoorschriften gaan verder dan richtlijn 2008/68/EG en zijn derhalve in strijd met deze richtlijn.
Met betrekking tot de tweede vraag stelt de advocaat-generaal dat de veiligheidsvoorschriften niet gehandhaafd mogen worden, ook al mag het besluit – op grond van de formele rechtskracht – wel in stand blijven.
Uitspraak Hof van Justitie
Op 20 mei jl. heeft het Hof van Justitie (ECLI:EU:C:2021:398) deze prejudiciële vragen beantwoord. Het Hof van Justitie volgt de advocaat-generaal voor wat betreft de strijdigheid van de veiligheidsvoorschriften met het Unierecht.
Voor wat betreft de tweede vraag komt het Hof van Justitie tot een andere conclusie. Volgens het Hof van Justitie staat het Unierecht niet in de weg aan de leer van formele rechtskracht. Het Hof van Justitie stelt wel een voorwaarde, namelijk dat een uitzondering mogelijk moet zijn voor gevallen waarin ‘op basis van een summier onderzoek dat geen ruimte voor twijfel laat’ aangetoond kan worden dat het ‘evident is dat het betreffende voorschrift niet had mogen worden vastgesteld in het licht van het Unierecht’. Daarbij is van belang dat deze regel niet zodanig restrictief mag worden toegepast dat het in feite onmogelijk is voor een rechtzoekende om een nietigverklaring van het voorschrift te kunnen verkrijgen.
Conclusie
Een nuancering op het leerstuk van de formele rechtskracht is voor de Afdeling niets nieuws. Op 27 februari 2019 heeft de Afdeling (ECLI:NL:RVS:2019:466) een nuancering aangebracht op het leerstuk van de formele rechtskracht bij de invordering van dwangsommen en kostenverhaal. In die uitspraak oordeelde de Afdeling dat van het leerstuk van de formele rechtskracht kan worden afgeweken, indien het evident is dat er geen overtreding is gepleegd en/of betrokkene geen overtreder is.
De Afdeling zal nu de behandeling van deze zaak voortzetten en het advies van het Hof van Justitie toepassen. Wordt dus vervolgd.
Lees hier de volledige uitspraak van het Europese Hof van Justitie van 20 mei 2021 (ECLI:EU:C:2021:398). Raadpleeg hier de conclusie van de advocaat-generaal van 28 januari 2021 (ECLI:EU:C:2021:78). De volledige uitspraak van de Afdeling van 27 februari 2019 is hier te raadplegen (ECLI:NL:RVS:2019:466). De uitspraak van de Afdeling van 30 januari 2019 is hier te raadplegen (ECLI:NL:RVS:2019:260).
Lees ook eens: Omgevingsrechtelijke besluiten verruimd
Tags: bestuursrecht, omgevingsrecht
Lees verder