Menu

Blog

 

Over wetten en regels raken wij niet uitgepraat. Aan elke wet zit onlosmakelijk een discussie vast. Onze advocaten en belastingkundigen houden zich graag bezig met ontwikkelingen en interessante casussen in hun eigen rechtsgebied. Dit vertalen zij naar actuele, openhartige blogs.

Compensatie transitievergoeding

08.12.2020 | Maarten Korthuis - 0 reactie(s)

 

Compensatie transitievergoeding bij bedrijfsbeëindiging wegens pensionering of overlijden   Per 1 januari 2021 kan door het UWV onder omstandigheden compensatie verleend worden voor aan werknemers betaalde transitievergoedingen bij bedrijfsbeëindiging. De compensatieregeling geldt slechts voor kleine ondernemingen wegens het bereiken van de AOW-leeftijd van de eigenaar of diens overlijden. Eén van de voorwaarden voor het verkrijgen van compensatie is dat   het UWV voor tenminste één werknemer een ontslagvergunning heeft verleend wegens de bedrijfsbeëindiging of een rechter op grond van art 7: 671b lid 1 sub b BW (na afwijzing verzoek tot verlening van een ontslagvergunning) tenminste één arbeidsovereenkomst heeft ontbonden.   De in het vooruitzicht gestelde regeling over compensatie van transitievergoedingen wegens beëindiging van een kleine onderneming wegens langdurige arbeidsongeschiktheid van de eigenaar treedt vooralsnog niet in werking. Achtergrond is dat eerst door de betrokken instanties afspraken gemaakt dienen te worden over de wijze van beoordeling van de arbeidsongeschiktheid van de eigenaar van de kleine onderneming.   Wie komt in aanmerking?   De compensatieregeling zal niet alleen gelden voor een eenmanszaak, maar ook voor een vennootschap onder firma, een commanditaire vennootschap, een maatschap of een besloten of naamloze vennootschap. Bij laatstgenoemde rechtspersonen gaat het om het bereiken van de AOW leeftijd door of het overlijden van de directeur-grootaandeelhouder (DGA). Voor een vereniging of stichting geldt de compensatieregeling niet. Bij dergelijke rechtspersonen zal de continuïteit in de regel niet afhankelijk zijn van één bestuurslid.   Om in aanmerking te komen voor compensatie dient de onderneming gemiddeld minder dan 25 werknemers in dienst hebben in de tweede helft van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin een gehonoreerd verzoek tot een ontslagvergunning ten aanzien van één werknemer wordt ingediend, dan wel waarin een gehonoreerd ontbindingsverzoek wordt ingediend. Indien de onderneming behoort tot een groep worden alle bij de groep in genoemd tijdslot in dienst zijnde werknemers bij elkaar opgeteld om te bezien of het aantal werknemers kleiner is dan 25.   Voor de berekening van het aantal werknemers gaat het zowel om werknemers met een contract voor bepaalde, als voor onbepaalde tijd. Uitzendkrachten of payrollmedewerkers tellen niet mee. Zij zijn in dienst van een uitzendbureau of payrollbedrijf.   Bedrijfsbeëindiging bij bereiken AOW-leeftijd   Een verzoek om compensatie kan worden toegekend wanneer de rechthebbende de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt of gaat bereiken binnen zes maanden nadat een verzoek om toestemming voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst voor de eerste werknemer is ingediend op basis van de beëindiging van de werkzaamheden van de onderneming.   Een verzoek om compensatie wordt slechts toegewezen indien de persoon die het verzoek indient ten minste twee jaar voorafgaand aan het indienen van het verzoek tot het verkrijgen van een ontslagvergunning zijn hoedanigheid van eigenaar, vennoot, maat of DGA had.   Wanneer al eerder compensatie vanwege pensionering aan een persoon is verstrekt en die persoon  actief blijft in een onderneming of in een en andere onderneming, kan de compensatie niet nogmaals verstrekt worden wanneer de andere onderneming eveneens wordt beëindigd.   Bedrijfsbeëindiging bij overlijden Erfgenamen dan wel mede werkgevers kunnen compensatie van betaalde transitievergoedingen verkrijgen vanwege beëindiging van de arbeidsovereenkomsten bij bedrijfsbeëindiging wegens het overlijden van de ondernemer. Compensatie is mogelijk voor zover uiterlijk 12 maanden na het overlijden van de werkgever een eerste verzoek tot verkrijging van de ontslagvergunning wordt ingediend.   Wat wordt vergoed?   Voor vergoeding komt in aanmerking de betaalde transitievergoeding ten aanzien van werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst is geëindigd door opzegging of ontbinding daarvan, door het verstrijken van de duur, dan wel door het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Compensatie kan slechts worden verleend met betrekking tot arbeidsovereenkomsten van werknemers   die in dienst waren op 31 december van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het eerste (gehonoreerde) verzoek tot het verkrijgen van een ontslagvergunning is ingediend of van wie de arbeidsovereenkomst is geëindigd in de periode 1 juli tot en met 30 december voorafgaand aan het kalenderjaar waarop het eerste (gehonoreerde) verzoek tot het verkrijgen van een ontslagvergunning is ingediend.   Voor werknemers die in dienst komen in het jaar waarin het eerste (gehonoreerde) verzoek tot verkrijging van een ontslagvergunning wordt ingediend wordt geen compensatie van de transitievergoeding verleend. Voor 1 januari 2021 betaalde transitievergoedingen worden niet gecompenseerd.   Compensatie ten aanzien van de werknemers voor wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd kan op verschillende tijdstippen worden verzocht. Het is dus niet nodig alle compensatieverzoeken gelijktijdig in te dienen. Wel dienen de transitievergoedingen voldaan te zijn voordat compensatie kan worden verkregen. Compensatie kan worden aangevraagd tot negen maanden nadat een (eerste)   ontslagvergunning is verleend of ontbinding is uitgesproken.   Kortom   Goed nieuws voor eigenaren van kleine ondernemingen bij wie het niet lukt de onderneming over te dragen bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, dan wel overlijden waarna de noodzaak ontstaat het bedrijf te beëindigen.   Wanneer u meer wilt weten over dit onderwerp neem dan gerust contact op met arbeidsrechtspecialist Maarten Korthuis.   Lees ook eens: Ontslag wegens disfunctioneren, Transitievergoeding bij salarisvermindering?, Aanspraak op geboorteverlof verruimd (deel 1), Aanspraak op geboorteverlof verruimd (deel 2) 

 

Tags: Arbeidsrecht, transitievergoeding, pensioen, overlijden, uwv

 

Lees verder

Transitievergoeding bij salarisvermindering?

28.04.2020 | Maarten Korthuis - 0 reactie(s)

 

Is een transitievergoeding aan een werknemer verschuldigd, die in overleg met de werkgever tegen een lager salaris een andere functie gaat vervullen met een gelijke arbeidsduur per week? Die vraag is door de Hoge Raad op 17 april 2020 beantwoord met "nee".   Een salarisvermindering bij een gelijk blijvend wekelijkse arbeidsduur kan zich bijvoorbeeld voordoen, indien een werknemer na 104 weken arbeidsongeschiktheid zijn eigen arbeid niet meer kan verrichten, maar wel arbeid van een lager niveau met een lager salaris.   Achtergrond De vraag hield de (arbeidsrechtelijke) gemoederen bezig na de Kolom-uitspraak van de Hoge Raad uit 2018. Kort gezegd werd daarin overwogen dat,   - in gevallen van een substantiële structurele vermindering van arbeidsuren en - voor het overige een  voortzetting van de arbeidsovereenkomst,   aanspraak bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding. De vermindering dient ten minste 20% te bedragen. De transitievergoeding wordt berekend naar evenredigheid van de vermindering van de arbeidstijd, uitgaande van het loon waarop voorheen aanspraak bestond. Met inachtneming van het bovenstaande is de transitievergoeding verschuldigd bij: a. een gedeeltelijke beëindiging; b. volledig ontslag gevolgd door een nieuwe aangepaste arbeidsovereenkomst en c. aanpassing van de arbeidsovereenkomst (in onderling overleg).   De onder c. vermelde vermindering van de arbeidsduur met daaraan gekoppeld een gedeeltelijke transitievergoeding was opmerkelijk nu volgens het Burgerlijk Wetboek bij een beëindiging in overleg geen wettelijke aanspraak op een transitievergoeding bestaat.   Op de vraag die de Hoge Raad onlangs beantwoord heeft was in de Kolom-uitspraak geen antwoord gegeven.   Hoezo? Waarom is geen transitievergoeding verschuldigd bij een gelijkblijvend uren patroon, maar een lager salaris. Het antwoord is simpel. Herplaatsing in een andere passende functie zonder urenverlies is geen vorm van beëindiging van een arbeidsovereenkomst. Herplaatsing is juist bedoeld als een manier om te voorkomen dat een arbeidsovereenkomst wordt beëindigd. Herplaatsing in een functie met een lager salaris is dan ook niet gelijk te stellen met een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst.   Combinatie urenvermindering en lager salaris Ook als er sprake is van een inkomensachteruitgang van tenminste 20% als gevolg van een combinatie van een structurele vermindering van de arbeidsduur met minder dan 20% en herplaatsing in een functie met een lager salaris, bestaat geen recht op een gedeeltelijke transitievergoeding. De regel dat wel een transitievergoeding verschuldigd is volgens de Kolom-uitspraak geldt slechts, als er sprake is van een urenachteruitgang van tenminste 20%.   Conclusie Zolang er geen sprake is van een vermindering van de arbeidsduur van ten minste 20%, ongeacht of het loon van een werknemer afneemt, is er volgens de Hoge Raad geen tussentijdse aanspraak op een transitievergoeding.   Meer weten? Heeft u vragen of wilt u meer informatie  naar aanleiding van deze blog of over andere arbeidsrechtelijke vraagstukken, neem dan gerust contact op met één van onze arbeidsrechtspecialisten Maarten Korthuis, Vincent Jongerius, Mike Timmer, of Melissa Meffert.   Lees ook: Update aanvraag compensatie transitievergoeding, Update slapend dienstverband, Aanspraak geboorteverlof verruimd (deel 1), Kennisdocument premiedifferentiatie ww

 

Tags: Arbeidsrecht, transitievergoeding, arbeidsongeschikt, ww, arbeidsovereenkomst

 

Lees verder

Opvallend vonnis inzake slapend dienstverband

02.04.2019 | Melissa Meffert - 0 reactie(s)

 

De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft op 28 maart 2019 een opvallende uitspraak gedaan over het in stand laten van een slapend dienstverband. De uitspraak wijkt af van de lijn die tot op heden in de rechtspraak werd gevolgd en is mede gebaseerd op de compensatieregeling transitievergoeding na 2 jaar arbeidsongeschiktheid. Hebt u ook een werknemer in dienst die bijna 2 jaar arbeidsongeschikt is? Dan is deze uitspraak ook voor u van belang.   Wat speelde er?   Het ging in deze uitspraak om een statutair directeur van een zorginstelling die ongeneeslijk ziek werd. Na circa 1 jaar arbeidsongeschiktheid volgde een vennootschapsrechtelijk ontslag als statutair directeur. Tenzij uitdrukkelijk anders wordt bepaald, leidt een vennootschapsrechtelijk ontslag in beginsel eveneens tot het einde van de arbeidsovereenkomst. In dit geval werd echter uitdrukkelijk bepaald dat de arbeidsovereenkomst in stand zou blijven. Na 104 weken arbeidsongeschiktheid oordeelde het UWV dat de betreffende werkneemster volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was. Er werd een IVA-uitkering toegekend en de loondoorbetalingsplicht van de werkgever eindigde. De werkgever weigerde de arbeidsovereenkomst te beëindigen, waardoor er een slapend dienstverband was ontstaan. Dit was voor de werkneemster aanleiding om in kort geding opzegging van de arbeidsovereenkomst op straffe van een dwangsom en onder toekenning van de wettelijke transitievergoeding te vorderen.   Slapende dienstverbanden zijn de afgelopen tijd regelmatig onderwerp van gesprek geweest en hierover zijn ook al de nodige procedures gevoerd. De lijn in de rechtspraak is dat het in stand houden van een slapend dienstverband geen ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever oplevert en dat het goed werkgeverschap de werkgever niet tot opzegging verplicht. De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag heeft in de onderhavige zaak echter geoordeeld dat de werkgever verplicht was de arbeidsovereenkomst te beëindigen en de transitievergoeding te betalen en motiveerde dat als volgt.   Oordeel rechter   Het belangrijkste punt in de motivering van de voorzieningenrechter ligt in de regeling die werkgevers een financiële compensatie biedt voor de verschuldigde transitievergoeding na 2 jaar arbeidsongeschiktheid. Volgens de voorzieningenrechter is de bedoeling van die regeling om het voortbestaan van slapende dienstverbanden tegen te gaan. Op grond daarvan wordt geoordeeld dat het in stand laten van een slapend dienstverband strijd met goed werkgeverschap kan opleveren. Of er sprake is van strijd met goed werkgeverschap is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Daarvan is dus niet per definitie sprake.   In de onderhavige situatie is er naar het oordeel van de voorzieningenrechter sprake van strijd met goed werkgeverschap door niet op te zeggen. Ter onderbouwing van dat oordeel is onder andere opgemerkt dat er geen enkele kans bestond dat de werkneemster uit hoofde van de arbeidsovereenkomst nog werkzaamheden voor werkgever zou kunnen verrichten en dat de arbeidsovereenkomst feitelijk een lege huls was geworden, omdat de arbeidsovereenkomst was verknocht aan de benoeming van statutair directeur en werkneemster geen statutair directeur meer was.   De argumenten van werkgever voor het in stand houden van de arbeidsovereenkomst zijn door de voorzieningenrechter terzijde geschoven. De werkgever had onder andere tevergeefs aangevoerd dat zij een financieel belang had bij het voortduren van de arbeidsovereenkomst, omdat de compensatie voor de transitievergoeding uiteindelijk door haar en andere werkgevers wordt betaald, aangezien die wordt gefinancierd uit het Algemeen werkloosheidsfonds. De voorzieningenrechter was van oordeel dat de werkgever geen gerechtvaardigde belangen had om de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De werkgever wordt veroordeeld om de arbeidsovereenkomst binnen 3 dagen op te zeggen op straffe van een dwangsom van maar liefst € 50.000,-- ineens en € 4.000,-- voor iedere dag dat de werkgever nalaat de arbeidsovereenkomst op te zeggen. Daarnaast dient de transitievergoeding van € 150.000,-- bruto aan de werknemer te worden betaald.   Nieuwe lijn rechtspraak?   Een opvallende uitspraak. De verwachting is echter niet dat deze uitspraak ertoe zal leiden dat het in stand houden van een slapend dienstverband altijd in strijd met goed werkgeverschap is. De voorzieningenrechter verwijst immers uitdrukkelijk naar de concrete omstandigheden van dit geval. Als gevolg van deze uitspraak dienen werkgevers echter wel rekening te houden met het risico dat een rechter oordeelt dat er sprake is van strijd met goed werkgeverschap. Verder is ook van belang dat de compensatie voor de transitievergoeding na 2 jaar arbeidsongeschiktheid gemaximeerd is tot de transitievergoeding die verschuldigd is per 104 weken arbeidsongeschiktheid. Indien een slapend dienstverband in stand wordt gehouden, wordt de transitievergoeding steeds hoger zonder dat de werkgever voor dat meerdere wordt gecompenseerd.   Meer weten?   Wilt u meer weten over de risico’s van een slapend dienstverband, de beëindiging daarvan of de compensatieregeling? Neem dan gerust eens contact op met één van onze arbeidsrechtadvocaten. Wij staan u graag met raad en daad terzijde.   BAXAT8 op vrijdag 28 juni   Of meld u alvast aan voor de kosteloze ontbijtsessie BAXAT8 op vrijdag 28 juni aanstaande waarin het onderwerp "Na 2 jaar ziekte, hoe nu verder werkgever?" wordt behandeld voor Mike Timmer en Melissa Meffert.     Lees ook eens: Compensatieregeling transitievergoeding, Aanzegplicht: schriftelijke aanzegging vereist?!  

 

Tags: Blog, Arbeidsrecht, transitievergoeding, arbeidsongeschikt, slapenddienstverband, compensatieregeling

 

Lees verder

Compensatieregeling transitievergoeding

20.03.2019 | Mike Timmer - 0 reactie(s)

 

De Regeling compensatie transitievergoeding heeft inmiddels het licht gezien. Werkgevers kunnen nu beoordelen of zij er verstandig aan doen het slapende dienstverband al dan niet te beëindigen. Daarvoor geldt overigens geen algemeen advies. Het is sterk afhankelijk van de situatie van het geval. Als de werkgever eigen risico drager is en de werknemer een WGA-uitkering heeft, is het in verband met de re-integratie verplichtingen van werkgever verstandig om de arbeidsovereenkomst in stand te laten. Dat geldt ook als de werknemer bijna de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt. Immers, hoeft bij een beëindiging vanwege het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd geen transitievergoeding te worden betaald.   In het geval de werknemer echter een IVA-uitkering heeft en de werkgever geen rechtens te respecteren belang heeft om de arbeidsovereenkomst niet te beëindigen, is het maar sterk de vraag of de werkgever de arbeidsovereenkomst in de toekomst slapend kan houden. Recent (27 december 2018) is er een uitspraak geweest van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg, waarin een transitievergoeding is toegekend aan een werknemer (met een IVA-uitkering) met een beperkte levensverwachting. Die uitspraak staat op dit moment nog in schril contrast met eerdere uitspraken over het antwoord op de vraag of een werkgever kan worden gedwongen om de arbeidsovereenkomst te doen eindigen onder betaling van een transitievergoeding aan een werknemer. De huidige rode lijn in de rechtspraak is immers dat een werkgever de beleidsvrijheid heeft om zelf te bepalen om de arbeidsovereenkomst met een werknemer die 104 weken arbeidsongeschikt is, wel of niet te beëindigen.     Voor nu is het voor werkgever belangrijk om te weten dat de Regeling niet de volledige  transitievergoeding compenseert. De Regeling kent een aantal beperkingen in de compensatie. Zo wordt er door het UWV: niet meer gecompenseerd dan het bedrag van de transitievergoeding zoals die geldt (en door werkgever verschuldigd is) op het moment dat de loondoorbetalingsverplichting na 104 weken arbeidsongeschiktheid ziekte afloopt. Er wordt dus niet meer gecompenseerd dan het bedrag waarop de zieke werknemer recht heeft op het moment dat hij 2 jaar ziek is. De periode dat het dienstverband slapend is gehouden, valt daar dus (logischerwijze) niet onder; de compensatie is nooit hoger dan het bedrag aan loon dat werkgever tijdens de twee jaar ziekte aan de werknemer heeft moeten (let op de arbeidsovereenkomst en/of de cao betreffende de loondoorbetalingsverplichting) doorbetalen; als derde beperking geldt dat wanneer aan de werkgever een loonsanctie is opgelegd door het UWV in verband met het onvoldoende nakomen van de re-integratieverplichtingen, de periode van de loonsanctie (ook logisch) niet meetelt bij de berekening van de hoogte van de compensatie.   Als u als werkgever thans besluit om de werknemer een aanbod te doen, houdt dan rekening met hiervoor vermelde beperkingen in het kader van de compensatie. In het geval de arbeidsovereenkomst (na 2 jaar arbeidsongeschiktheid)  eindigt met een vaststellingsovereenkomst, bent u als werkgever niet gehouden aan het betalen van de volledige transitievergoeding. U kunt er ook voor kiezen om alleen dat deel dat wordt gecompenseerd vanuit de compensatieregeling aan te bieden.   Meer weten? Uiteraard kunt u voor meer informatie contact met ons opnemen. Lees ook eens: compensatie transitievergoeding defininief

 

Tags: Arbeidsrecht, MikeTimmer, transitievergoeding, arbeidsongeschiktheid, loondoorbetalingsverplichting, slapenddienstverband

 

Lees verder

Misstap docent, toch een transitievergoeding?

03.12.2015 | Mike Timmer - 0 reactie(s)

 

Uitspraak rechtbank   Een docent geeft een leerling vooraf de antwoorden van een toets. De werkgever wenst ontbinding van de arbeidsovereenkomst.    De kantonrechter ontbindt deze, maar kent aan de docent wel een transitievergoeding toe. De kantonrechter houdt namelijk rekening met het lange dienstverband van de docent en rekent de docent dus, bij het al dan niet toekennen van de vergoeding althans, niet af op de gedraging. Dat verbaast enigszins omdat de docent geen spijt had van zijn actie, terwijl die naar mijn oordeel wel de kern raakt van de arbeidsrelatie. De werkgever doet er verstandig aan om in hoger beroep te gaan, zodat de toegekende transitievergoeding kan worden aangetast.   De transitievergoeding wordt overigens voorwaardelijk toegekend. De docent kan daarop eerst aanspraak maken in het geval hij niet in aanmerking komt voor de bovenwettelijke WW-uitkering op grond van de toepasselijke CAO.   Hebt u vragen over individuele ontbindingstrajecten met werknemers? Neem dan contact op met Mike Timmer.  

 

Tags: transitievergoeding

 

Lees verder

Op de hoogte blijven?

Op de hoogte blijven?

Onze advocaten en belastingkundigen informeren u graag over actuele ontwikkelingen op het gebied van recht en jurisprudentie.

Lees ons nieuws

Medewerkers ontmoeten

Medewerkers ontmoeten

De interne samenwerking tussen veertien advocaten, een fiscaal jurist en een team van stafmedewerkers is uniek in de Achterhoek.

Medewerkers